DSM-diagnoses als logische, biologische overlevingsstrategieën

Het bekijken van DSM-diagnoses als uitingen van biologische overlevingsstrategieën biedt een logisch perspectief op hoe mensen reageren op trauma, stress en moeilijke omstandigheden. Dit perspectief benadrukt dat deze reacties niet op zichzelf staan, maar voortkomen uit een volledig geïntegreerd systeem waarin lichaam, geest en emoties samenwerken om veiligheid te waarborgen. Het opent de deur naar niet alleen nieuwe vaardigheden en regulatie, maar naar fundamentele transformatie van hoe het systeem functioneert en de wereld interpreteert.
Het systeem in overlevingsmodus
Bij een dreiging of trauma reageert het hele systeem—van zenuwen en hormonen tot emoties en verbindingsmogelijkheden. Alles werkt samen om de best mogelijke overlevingskans te bieden. Deze samenhang is cruciaal om te begrijpen hoe overlevingsreacties ontstaan en waarom ze soms blijven voortduren, zelfs wanneer de oorspronkelijke dreiging voorbij is.
Enkele manieren waarop het systeem reageert:
- Biologische responsen: Het AZS interpreteert signalen als veilig of bedreigend en activeert bij dreiging de stressrespons via de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as). Dit leidt tot de vrijlating van stresshormonen zoals adrenaline en cortisol, die het lichaam voorbereiden op onmiddellijke actie (vechten, vluchten of bevriezen).
- Cognitieve en emotionele patronen: De stressrespons beïnvloedt de hersenen, waardoor de focus verschuift naar gevaar. Dit kan zich uiten in piekeren, overalertheid of dissociatie, als manieren om controle of verlichting te vinden.
- Sociale aanpassingen: In reactie op dreiging kan het systeem ervoor kiezen om zich terug te trekken, te vechten met de omgeving of zich juist aan te passen aan anderen (fawn-respons) om veiligheid in sociale relaties te waarborgen.
- Fysieke impact: Als het AZS langdurig in een staat van paraatheid verkeert, blijft het lichaam functioneren alsof er constant gevaar is. Dit kan zich uiten in chronische klachten zoals pijn, uitputting of immuunproblemen.
DSM-diagnoses als systeemreacties
De reacties die vaak worden gedefinieerd als DSM-diagnoses, weerspiegelen een systeem dat in de overlevingsmodus is blijven hangen. Wat oorspronkelijk adaptief was, kan disfunctioneel worden wanneer het systeem niet herkent dat de dreiging voorbij is.
Voorbeelden:
- PTSS: Het systeem blijft hyperalert, alsof de dreiging nog steeds aanwezig is.
- Depressie: Het lichaam en de geest schakelen over op een energiebesparende shutdown als er geen veilige uitweg wordt gezien.
- Angststoornissen: Het waarschuwingssysteem van het lichaam blijft voortdurend overactief.
- Dissociatie: Een beschermingsmechanisme om pijnlijke ervaringen te vermijden door de realiteit los te koppelen.
Deze reacties zijn geen ‘fouten’ of stoornissen, ze proberen juist om te gaan met verstoringen. Het zijn logische en geïntegreerde manieren waarop het systeem geprobeerd heeft om te overleven en daar nog steeds in vast zit.
Van overleving naar transformatie
Om uit deze overlevingsmodus te komen, is het essentieel om eerst regulatie te bevorderen. Technieken zoals ademhalingsoefeningen, grounding of het stimuleren van veilige sociale verbindingen helpen het zenuwstelsel tot rust te komen, waardoor de prefrontale cortex—het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor reflectie en planning—weer actief kan worden. Vanuit deze gereguleerde staat ontstaat ruimte om het systeem met nieuwsgierigheid te onderzoeken, de logica achter de reacties te begrijpen en nieuwe ervaringen van veiligheid te creëren.
Dit proces leidt tot integratie van het hele interne systeem, wat structurele verandering teweegbrengt in interne aanwezigheid en dus in voelen, denken en handelen, zonder dat daar bewust sturing aan gegeven hoeft te worden. Deze integratie herstelt de connectie met anderen, de buitenwereld en de realiteit, en creëert een fundament voor duurzame heling en groei.
Herstel en verbinding
Deze transformatie is niet alleen individueel, maar ook relationeel. Trauma ontstaat vaak in een context van onveiligheid en isolatie, en herstel vindt plaats in een context van verbinding en steun. Sociale relaties, veiligheid en een ondersteunende omgeving helpen het systeem om te leren dat het opnieuw kan vertrouwen zodat het nieuwe ervaringen kan opdoen zonder bevestiging van waar het altijd bang voor is geweest.
Conclusie
Het herformuleren van DSM-diagnoses als logische uitingen van een geïntegreerd overlevingssysteem biedt ruimte voor begrip, compassie en groei. Het proces van herstel is een proces van regulatie en transformatie, waarin mensen leren hun systeem te begrijpen, meer veiligheid te creëren, en een nieuwe balans te vinden die hen autonoom, structureel versterkt.























