De zoektocht naar betekenis

Ik sprak laatst een filosoof die aangaf te balen dat psychologie steeds ‘biologischer’ wordt. Volgens hem neemt dat de ruimte weg om te blijven nadenken over de zin van het leven. En ik ben het er zeker mee eens dat we niet alles hoeven plat te slaan tot neurobiologische feiten, maar wat we inmiddels ook merken, is dat we met elkaar in een soort denk- en analysestrijd zijn beland. Een strijd die vooral chaos en polarisatie veroorzaakt, omdat we zo nooit ‘de waarheid’ zullen vinden.
De vraag is ook waarom we steeds meer geobsedeerd zijn geraakt met het vinden van waarheid en betekenis; als mensheid en als individu.
Kijk je naar die neurobiologische basis, dan zie je dat voelen, denken en gedrag ontstaan vanuit een biologisch systeem dat allereerst autonoom (pre-bewust) handelt vanuit veiligheid of onveiligheid. Dáár begint alles.
Het bewust zoeken naar zingeving kun je zien als een reactie op onveiligheid diep in het brein, op een gebrek aan (eigen)waarde dat bevestiging en erkenning zoekt. Zou het niet gewoon aanwezig zijn als we ons veilig voelden, en zouden we er dan nog bewust naar hoeven zoeken?
Breinorganisatie
Het is dus belangrijk te begrijpen hoe een menselijk brein zich organiseert en wanneer het vastzit in onveiligheid. Wat gebeurt er dan? En wat is er nodig om structureel meer veiligheid te integreren in het dagelijks functioneren van dat brein? Onze neiging is om te denken dat we vooral meer moeten weten, meer moeten analyseren en ons gedrag en denken moeten aanpassen; dan volgt gevoel vanzelf. Dat is het oude bedachte concept van ‘ik denk, dus ik ben’.
Descartes heeft dat overigens nooit zo geconcludeerd, en vanuit de moderne neurowetenschappen weten we dat de menselijke neurobiologie ook zo niet werkt. Het reflectieve brein wordt juist uitgeschakeld bij onveiligheid, omdat het te traag is. De primaire overlevingsprocessen nemen het over, zonder de afwerking van overweging en reflectie. Daarom kunnen mensen alles wéten, en toch blijven de oude gevoelens, overtuigingen en patronen bestaan. Voelen en denken zijn gescheiden netwerken geworden, zeker als overleving al vanaf de ontwikkeling van het brein nodig was.
Dreiging en betekenis gaan niet samen
Zolang het overlevingsbrein dreiging blijft waarnemen, ook als er geen objectieve dreiging is, is er geen ruimte voor betekenis. Het denkende brein probeert die leegte vervolgens te vullen met concepten en verklaringen. Soms zo sterk dat het alle gevoel zelfs weg kan houden, waardoor mensen leven op puur cognitieve kracht. Onze neurobiologie is er niet om ons gelukkig te maken, het is er om ons, desnoods ten koste van alles, veilig te houden.
Er is een groot verschil tussen filosoferen en alles willen weten om controle te houden. Filosofie zou nieuwsgierigheid als basis moeten hebben, niet de behoefte aan absolute waarheidsvinding. De drang om te weten, te meten en te verklaren komt voort uit de behoefte aan controle. En controle willen is een reactie op onveiligheidsperceptie in het pre-bewuste brein (basis ligt in de hersenstam). Als we echt zouden vertrouwen dat we kunnen omgaan met tegenslagen, zouden we die controle niet nodig hebben. We zijn gaan geloven dat kennis veiligheid geeft.
De denkloop
Maar neurobiologisch gezien dringt weten niet door tot de diepere lagen van het brein waar de beoordeling van veiligheid plaatsvindt. Integendeel: het versterkt het gevoel van machteloosheid, omdat het bewijst dat we geen controle hebben. Het is een denkloop waarin we als westerse wereld vastzitten. En in plaats van een stap terug te doen en te erkennen dat dit niet werkt, zetten we er nog een tandje bij; we bouwen systemen, technologie, zelfs kunstmatige intelligentie, allemaal pogingen om grip te houden op ons lijden, onze angst niet van waarde te zijn en als ultieme basis de angst om alleen te zijn. Met als gevolg dat we juist verder af komen te staan van de ontwikkeling van veiligheid in onszelf.
Misschien is dat waarom sommige filosofen ons nog steeds zo bezighouden. De denkers die het meest begrepen van onze menselijkheid, worden nog altijd aangehaald. Zij kwamen, zonder het te kunnen bewijzen, dicht bij de neurobiologische waarheid. Nu hebben we de kennis, precies wat ons cognitieve tijdperk zegt te verlangen, en toch houden we het angstvallig buiten de deur. Want dat is wat onveiligheid doet: het sluit zich af voor verandering en nieuwe inzichten en houdt krampachtig vast aan wat het kent, waar of niet. Zeker als het ingebakken zit in onze maatschappelijke systemen, die op hun beurt de noodzaak voor de denkcarrousel draaiende houden.
Neuro-Informed Werken
Wil je je als professional aansluiten bij de beweging naar een meer neuro-informed zorg? Op 14 en 21 november 2025 geef ik een live webinar Neuro-Informed Werken; de neurobiologie van trauma en dissociatie. Twee keer 3 uur waarin je kennis krijgt en toepassingsmogelijkheden leert die je ook weer door kunt geven aan je cliënten. Kijk hier voor meer informatie en aanmelden. Deze training kan ook binnen jouw bedrijf worden gegeven, op locatie of online. Neem hiervoor contact op met Nikki: info@traumatherapeut.eu.




















