Verschillen tussen traumatisering, trigger en moeilijke ervaring

About the Author: Nikki Nooteboom

Traumatische gebeurtenis, trauma, traumatrigger en heftige gebeurtenis

Is alles tegenwoordig Trauma? Het belang van duidelijkheid

De laatste jaren lijkt het woord ‘trauma’ overal op te duiken. Van gesprekken in de media tot posts op sociale media: alles wat emotioneel zwaar is, wordt vaak trauma genoemd. Hoewel het goed is dat we meer aandacht hebben voor emotioneel welzijn, is het belangrijk om het verschil te begrijpen tussen een heftige gebeurtenis, een traumatische gebeurtenis en een trigger. Dat is voor iedereen anders.

Wat is trauma eigenlijk?

Trauma ontstaat wanneer een ervaring zó overweldigend is dat het onze natuurlijke, autonome copingmechanismen overstijgt. Dit kan resulteren in blijvende veranderingen vanuit overleving in ons zenuwstelsel en brein, zoals autonome reacties en diepgewortelde zelfovertuigingen, zoals “ik ben niet veilig” of “ik ben waardeloos.” Zeker als je als kind trauma ontwikkelt door het gebrek aan veiligheid en erkenning zal dit ‘meegroeien’ in de basis die je als kind opbouwt in je neurobiologie.

Trauma nestelt zich dus niet alleen in onze expliciete herinnering, maar ook in onze impliciete herinnering, emoties en lichaam. Het is een aanpassing op de omgeving om veilig te blijven binnen de omstandigheden en interacties in die omgeving.

Belangrijk om te onthouden: wat voor de één als traumatisch wordt ervaren, hoeft dat voor een ander niet te zijn en visa versa. Trauma kan ontstaan door de ervaring van een (structurele) gebeurtenis van een individu, en is niet afhankelijk van de algemene inhoud van de gebeurtenis zelf.

Een heftige gebeurtenis is niet altijd traumatiserend

Heftige gebeurtenissen kunnen emoties oproepen zoals verdriet, angst of boosheid, maar dat maakt ze nog niet per definitie traumatiserend. Een ruzie met een vriend, een slecht cijfer of een uitdagende periode op je werk kunnen zwaar voelen, maar je systeem heeft vaak de capaciteit om deze ervaringen te verwerken. Deze gebeurtenissen zijn pijnlijk of uitdagend, maar veroorzaken geen blijvende ontregeling en overleving. Als je trauma in je systeem hebt en een heftige gebeurtenis ervaart, dan kan dat trauma getriggerd worden, maar dat betekent niet dat het een nieuw trauma creëert.

Wat is veiligheid in de context van trauma?

Veiligheid is een kernbegrip in het begrijpen en herstellen van trauma. Veiligheid gaat niet alleen over de fysieke afwezigheid van gevaar, maar ook over het gevoel dat je emotioneel en sociaal geborgen bent. Voor iemand met trauma is veiligheid vaak niet vanzelfsprekend. Een traumatische ervaring kan het gevoel van veiligheid diepgaand verstoren, waardoor iemand voortdurend alert blijft op mogelijke bedreigingen, zelfs als die er niet (meer) zijn.

Als we ons veilig voelen, werkt ons systeem in de zogenaamde ‘window of tolerance’; een toestand waarin we emoties kunnen reguleren, helder kunnen denken en flexibel kunnen reageren. Dit geeft aan dat het systeem geïntegreerd is en alle functies met elkaar communiceren en elkaar kunnen aanvullen. Bij mensen met trauma is het systeem ingesteld op het waarschuwen voor gevaar (ook al is dat er realistisch gezien niet) en daar autonoom naar handelen. Het zenuwstelsel interpreteert voor de zekerheid alles als gevaar en communiceert dit naar het brein. Daar wordt een afslag genomen naar het overlevingsbrein en wordt de prefrontale cortex grotendeels uitgeschakeld of veranderen functies daar, gericht op overleving.

Hoe speelt disregulatie een rol bij trauma?

Disregulatie betekent dat het zenuwstelsel buiten de window of tolerance werkt. Dit kan zich uiten in:

  • Hyperarousal: een verhoogde staat van alertheid, waarbij iemand zich gespannen, angstig of snel geïrriteerd voelt.
  • Hypoarousal: een staat van verlamming, gevoelloosheid of extreme vermoeidheid, waarbij iemand zich losgekoppeld voelt van zichzelf of de omgeving.

Deze toestanden zijn geen bewuste keuzes, maar automatische overlevingsmechanismen die ontstaan vanuit eerdere traumatische ervaringen. Disregulatie maakt het moeilijk om nieuwe ervaringen volledig te verwerken, omdat het brein en lichaam vooral gefocust blijven op overleven.

Wat betekent ‘getriggerd worden’?
Een trigger verwijst naar een situatie of prikkel in het hier en nu die aanwezig trauma activeert. Bijvoorbeeld: als je opgegroeid bent zonder veilige relatie met je ouders, kan een kritische opmerking van een collega je ineens een gevoel van paniek geven. Dat gevoel is geen nieuw trauma, maar een heractivatie van een oude reactie en impliciete herinnering. Het gedrag dat daaruit voortkomt is meestal autonoom en automatisch. Dit verschil is essentieel: het activeren van trauma voelt misschien alsof je opnieuw dezelfde ervaring beleeft, maar het voegt geen nieuw trauma toe. Het maakt het wel weer extra voelbaar en het kan zijn dat hierdoor ook beschermingsmechanismen weer getriggerd raken.

Herstellen van trauma: de rol van veiligheid en regulatie

Helen van trauma begint met het herwinnen van veiligheid, zowel intern (in je eigen lichaam) als extern (in je relaties en omgeving). Dit omvat:

  • Leren je zenuwstelsel te reguleren: met behulp van ademhalingsoefeningen, interoceptie-oefeningen, bewegingen, co-regulatie met een gereguleerd persoon, of andere technieken die je uit de hyper- of hypoarousal helpen. Ook dit is persoonlijk. Je kan nieuwsgierig zijn naar wat jou terugbrengt naar de Window of Tolerance in beide gevallen.
  • Een veilige omgeving creëren: relaties opbouwen waarin je je gezien, gehoord en gerespecteerd voelt. Maar hou hierbij wel rekening dat het ontlopen van alle situaties die je mogelijk kunnen triggeren, je Window of Tolerance niet groter zal maken. Ook kan je niet verwachten dat anderen zich aanpassen om dit voor jou te voorkomen.

Waarom is dit onderscheid tussen traumatisering, triggers en heftige ervaringen belangrijk?

Als we alles ‘trauma’ noemen, lopen we het risico dat we echt trauma bagatelliseren en heftige emoties onterecht als pathologisch gaan bestempelen. Tegelijkertijd is het belangrijk om mild te zijn voor onszelf en anderen: wat iemand voelt, verdient altijd respect, ook als het geen trauma is. Het betekent alleen niet dat we verantwoordelijk zijn voor die gevoelens van anderen.

Door dit onderscheid te maken, blijven we trouw aan wat trauma écht is en kunnen we beter begrijpen wat nodig is om te herstellen hiervan. Veiligheid en regulatie vormen daarbij de sleutel tot heling en groei.