Identificatie als overlevingsstrategie: de spanning tussen verbinding en vermijding

About the Author: Nikki Nooteboom

Trauma overleving door middel van identificatie met interne en externe omstandigheden

Wanneer mensen zich identificeren met enerzijds externe omstandigheden en andere mensen en interne gevoelens en overtuigingen anderzijds, is dit een essentieel onderdeel van hun overleving. Het is een reactie op een verleden waarin veiligheid, controle of erkenning ontbrak. Deze identificatie gaf destijds een gevoel van houvast en grip in een overweldigende of onvoorspelbare wereld. In het heden is dat nog aanwezig zolang er geen aandacht is voor het alsnog verwerken van die overweldiging. In het heden kan het leiden tot innerlijke tegenstrijdigheden, gevoelens van vervreemding en een diep gevoel van eenzaamheid. Belangrijke conclusie is dat overleving dat zich heeft moeten vormen en nog steeds autonoom aanwezig is, eigenlijk precies dat veroorzaakt dat het probeert te voorkomen. Dat weten helpt het autonome systeem alleen niet uit die automatische reacties te komen. Het weten zorgt juist vaak voor schaamte en zelf-beschaming.

Vormen van identificatie

Identificatie met verantwoordelijk-zijn is vaak aanwezig wanneer iemand tijdens de jeugd leerde dat er alleen connectie is met anderen als die anderen zich goed voelen. Zoals een ouder die last had van depressiviteit en alleen contact met het kind kon maken als hij of zij zich niet depressief voelde. Het kind gaat dan heel hard werken om dat voor elkaar te krijgen. Er ontstaat een overtuiging dat het verantwoordelijk is voor het welbevinden van een ander. “Als ik anderen gelukkig maak, ben ik veilig” wordt een leidende, onbewuste overtuiging, waardoor iemand zichzelf voortdurend opoffert. Dit patroon zorgt ervoor dat eigen behoeften en emoties structureel op de achtergrond raken. 

Identificatie met emoties en overtuigingen, zoals ‘Ik ben een bang persoon’ of ‘Ik ben niet goed genoeg’, ontstaat vaak vanuit de behoefte om innerlijke chaos begrijpelijk te maken. Emoties worden dan niet gezien als tijdelijke ervaringen, maar als vaststaande waarheden die de persoonlijke identiteit bepalen. Het kenbaar maken van die emoties en het openlijk identificeren daarmee kan zorgen voor meer veiligheid van de buitenwereld; steun, rekening houden met en acceptatie.

Identificatie met prestaties en bezit worden vaak een manier om waarde te bewijzen die voortkomt uit een jeugd waarin waardering afhankelijk was van wat iemand doet en bereikt in plaats van wat het kind voelt. Hoewel dit tijdelijk erkenning kan geven, vult het de leegte van niet gezien worden als persoon niet op. Met als gevolg dat het nooit genoeg is en de persoon als volwassene steeds harder en constant moet gaan werken om die erkenning en dopamine-aanmaak nog te blijven aanvoeren.

Identificatie met diagnoses kan in eerste instantie verlichting bieden door ervaringen een naam te geven, maar kunnen ook beperkend werken wanneer iemand zichzelf volledig reduceert tot het label. Zeker omdat het reguliere zorgsysteem op zoek is naar wat er ‘mis’ is met iemand, alsof dat wat er aan overleving aanwezig is in gedrag en emoties een vaststaand onderdeel is van de persoon. Acceptatie van het idee dat er echt iets mis is kan erkenning geven en ook een manier zijn om niet verder aan de slag te hoeven gaan met wat er eigenlijk in ervaring aanwezig is en als teveel aanvoelt.

Identificatie met verbinding met anderen, zoals intens contact zoeken, kan voortkomen uit een diep verlangen naar veiligheid en bevestiging van eigenwaarde. Tegelijkertijd kan deze nabijheid overweldigend zijn omdat iemand ook de ervaring heeft dat die verbinding zo weer weg kan zijn of dat iemand je in die verbinding afwijst. Dit leidt tot een patroon van actief contact maken en vervolgens vermijden. Het ‘aantrekken en afstoten’ wat we regelmatig in de maatschappij framen als bewuste manipulatie, terwijl het onderdeel is van een autonome overlevingsstrategie door gebrek aan veiligheid en vertrouwen. 

Verbinden & vermijden dichterbij bekeken

Een belangrijke tegenstrijdigheid binnen deze overlevingsstrategie van identificatie is de spanning tussen intens contact zoeken en tegelijkertijd contact vermijden omdat het contact je pijn kan doen. 

Iedereen verlangt vanuit hun biologie sterk naar verbinding. Maar als je systeem grotendeels autonoom overtuigd is dat verbinding afhankelijk is van jouw handelen, dan ligt er een enorme druk op de inschatting wanneer pro-actief de connectie te maken en wanneer deze te vermijden. Actief en betrokken opstellen in relaties kan zijn: veel praten, verhalen delen, om reacties vragen of continu zoeken naar nabijheid manieren. Maar zodra de interactie te kwetsbaar of onvoorspelbaar wordt, ontstaat er vermijding. Dit kan subtiel gebeuren, bijvoorbeeld door oppervlakkigheid in gesprekken, het vermijden van stilte, of het volledig terugtrekken uit elke interactie. 

Een voorbeeld hiervan is de neiging om in gesprekken direct een eigen ervaring te delen als reactie op wat een ander vertelt. Hierdoor verschuift het gesprek naar zichzelf vanuit een behoefte om gezien te worden. Dit kan voortkomen uit een sterke identificatie met de eigenwaarde binnen het gesprek. Hierdoor houdt de luisteraar onbewust controle over de interactie en beschermt zichzelf tegen de angst zelf niet gezien te worden. Voor de ander kan dit echter aanvoelen alsof hun ervaring wordt overschaduwd en gemarginaliseerd, wat echte verbinding bemoeilijkt.

Aan de andere kant kan het zijn dat juist alle aandacht naar de ander moet gaan om te voorkomen dat eigen kwetsbaarheid gezien en geraakt wordt. De angst voor het gebrek aan controle als kwetsbare gevoelens en overtuigingen gedeeld worden met anderen kan zorgen voor een spervuur aan vragen aan de ander, om zo de ander ‘aan de praat’ te houden. Deze vorm van controle houden over eigen kwetsbaarheid voorkomt dat een ander de persoon echt kan ‘zien’ en ermee kan verbinden.

Eenzaamheid

De gevolgen van deze dynamiek zijn groot. Relaties worden gekenmerkt door een constante spanning: enerzijds intens zoeken naar contact, anderzijds het vermijden van echte nabijheid. Dit leidt vaak tot een diep gevoel van eenzaamheid, zelfs in sociale situaties. Het contact met de omgeving wordt beïnvloed door hyperalertheid: een voortdurend scannen op mogelijke dreiging of bevestiging. De omgeving voelt niet steunend, maar als iets dat constant beheerst of gecontroleerd moet worden. Het zicht op de realiteit wordt vernauwd door de lens van overleving, waarin risico’s inschatten en controle daarover houden de boventoon voeren, waardoor nuances en flexibiliteit verloren gaan.

Deze paradox – strategieën die bedoeld zijn om veiligheid, controle en verbinding te waarborgen, maar die juist isolatie en vervreemding veroorzaken – is kenmerkend voor overleving. Mensen raken afgesneden van zichzelf, anderen en hun omgeving. Vanuit een Trauma Informed perspectief is het essentieel om te begrijpen dat dit geen bewuste keuzes zijn, maar een logisch gevolg van eerdere omstandigheden. Door deze patronen met compassie te erkennen, ontstaat er ruimte om te gaan begrijpen waarom en in welke omstandigheden het heeft moeten ontstaan om veilig te blijven. Het alsnog verwerken van de overweldigende ervaringen kan zorgen voor het creëren van verbinding die er wellicht nooit eerder was – niet alleen met anderen en de omgeving, maar vooral ook met zichzelf.

Authenticiteit

Identificatie is een overlevingsstrategie die ontstaat vanuit een diep verlangen naar veiligheid en controle in een wereld die onvoorspelbaar of onveilig was. Hoewel deze patronen ooit dienden om te overleven, leiden ze in het heden vaak tot isolatie en eenzaamheid. Het begrijpen van identificatie als een logisch gevolg van eerdere ervaringen biedt ruimte voor compassie en herstel.