Autonoom gedrag voor overleving

About the Author: Nikki Nooteboom

#gedrag #neurobiologie #dsm #systemischtrauma #individualiteit #traumainformed #trauma #stigma #eenzaamheid #ACEs #Descartes #wilskracht #angst

Gedrag is meestal niet bewust en toch verwachten we dat mensen er met wilskracht volledige controle over hebben. Zo niet, dan is er iets mis met je. Om dit laatste vast te leggen hebben we een dik boek in het leven geroepen als bijbel van waarheid, genoemd: de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Analyse van gedrag en routebeschrijving voor het wegmaken daarvan.

Ik denk dus ik ben

Het inrichten van onze maatschappij obv het idee dat we onze gedachten ZIJN is ontstaan uit controlebehoefte van onvoorspelbaarheid (is gevaarlijk en niet stuurbaar). Je kan dan gedrag dat niet volgens de bedachte norm is, afstraffen en mensen dwingen het anders ‘te doen’. Het zijn slechte mensen door de keuzes die ze bewust maken of ze zijn ziek want ze hebben geen controle. Maar wanneer is gedrag een bewuste keuze en heb je er eigenlijk wel altijd controle over? Anders dan wat we ‘denken’, is dat onze volledige biologie bij gedrag betrokken is en cognitieve controle daar juist vaak nauwelijks onderdeel vanuit maakt.

Het autonome zenuwstelsel

De hele dag scant ons autonome zenuwstelsel (AZS) de omgeving en je interne staat af op gevaar en veiligheid. Dat gebeurt zonder enige tussenkomst van ons cognitieve denken. Dit stelsel loopt van helemaal onderin je buik naar je oren en je ogen, het staat in contact met al je organen en communiceert 80% naar boven en 20% naar beneden. Het zendt signalen naar allereerst je hersenstam (basisbrein) en je limbische systeem (emotionele brein). Die samenwerking trekt de conclusie of je veilig bent, of niet. Is er gevaar, dan neemt je overlevingsbrein het over en is er nauwelijks contact met je prefrontale cortex (cognitieve functies). Je moet immers niet na hoeven denken over de kleur schoenen als je een brandend huis moet ontvluchten. Je AZS kent het inhoudelijke verschil niet, het weet alleen dat het zich in veiligheid moet brengen (en houden). Maar waarom reageert niet elke AZS hetzelfde in dezelfde situatie?

Adverse Childhood Experiences

Het begint met een bepaalde ‘gevoeligheid’ die je AZS heeft aangeleerd. Als kind heb je tijdens het vormen van je AZS en brein de veiligheid van een gereguleerd volwassen zenuwstelsel nodig (hechting) om in leven te blijven en je te ontwikkelen tot een zelfstandig persoon. Je leert in een veilig gehechte relatie emoties te verwerken en je zenuwstelsel te reguleren. In onveiligheid (Adverse Childhood Experiences) is geen mogelijkheid om die natuurlijke ontwikkeling de ruimte te geven. 

Naar aanleiding van onveilige ervaringen en een AZS dat constant alert is en alarm slaat, trekt een kind een diepe conclusie (waarheid) over zichzelf, zoals: ‘Ik kan het niet (aan)”, “Ik ben niet goed genoeg”, “Ik ben slecht”, “Ik ben machteloos” etc. De ontwikkeling van je eigen identiteit wordt opzij geschoven en alle energie wordt autonoom ingezet op het in stand houden van de connectie met en acceptatie van anderen. Dit is de kern van trauma; de wond aan je zelfidentiteit. 

Vast in platgeslagen emotie

We leven in een tijd en maatschappij waarin vrijwel iedereen zich structureel niet goed genoeg voelt en heel hard moet werken om desondanks geaccepteerd te worden, te voldoen. Ons wordt namelijk met de paplepel ingegoten dat je nooit op jezelf kunt vertrouwen. “Doe niet zo boos, stop met huilen, zit stil, ga maar even afkoelen, kom maar terug als je weer normaal kunt doen, doe lief, denk eens na, geef een hand etc etc.

Omdat volwassenen emoties in hoge activatie van kinderen platslaan, beschamen en verwachten dat ze er controle over hebben, leren ze dus niet dat een emotie over kan gaan en dat je je daarna weer veilig kunt voelen. Dit heet reguleren en geeft vertrouwen. Jouw realiteit wordt; dat je er in je eentje in vast komt te zitten en er niet meer uit komt. Je autonome systeem internaliseert die waarheden voor de rest van je leven en gedrag blijft daarop reageren. Tot het chronisch gedisreguleerde systeem bewust interne veiligheid leert ervaren, wat anders dan vroeger, ook van binnenuit kan komen.

Stigmatisering

We beoordelen mensen op wat ze laten zien, gebaseerd op de concepten van goed en fout die we cultureel hebben gevormd. Inmiddels is door angst (trauma) de stigmatisering van jezelf en anderen zo groot geworden dat gedrag identiteit wordt, zowel positief als negatief.  Hoe groter de chaos, hoe meer rigide en extreem we in die stigmatisering worden omdat de controlehoefte groter wordt. We stemmen nu wereldwijd niet voor niets massaal conservatief en maximaal stigmatiserend en ontkennen we de realiteit die onze pijn voelbaar maakt.

Eenzaamheid

We vluchten dus (vechten, bevriezen en dissociëren is dat ook) in stigmatisering van anderen en jezelf en in gedrag dat de pijn van je zelfbeleving probeert te beschermen. Ik wil nooit meer voelen dat ik eigenlijk niet voldoe en de buitenwereld mag het nooit zien want dan word ik weer afgewezen. Ik moet te allen tijde zorgen dat ik geaccepteerd word, dat is belangrijker dan mijn eigen behoeften. Dat geheim is ontzettend eenzaam omdat je er dus nooit helemaal kunt zijn, jezelf moet verstoppen uit schaamte, en constant alert moet zijn op de buitenwereld. Alleen als je constant alert bent, ben je veilig. Het is een self fulfilling prophecy.

training en workshop Trauma Informed Care obv Bessel van der Kolk, Stephen Porges, IFS, Polyvagaal Theorie, Somatic Experiencing

Trauma Informed

Hoe zou het zijn als we op deze meer neurobiologische wijze naar ons eigen gedrag en dat van anderen zouden gaan kijken? Als je verder kijkt blijkt gedrag vooral logisch te zijn als je het in het licht bekijkt van de neurobiologische ontwikkeling van iemand; vond dat plaats in een veilige of onveilige omgeving? Het zorgt vooral voor meer begrip en een effectievere wijze van mensen helpen met gedrag dat geleerd heeft zo groot te moeten worden uit zelfbescherming.

Verder zorgt het er ook voor dat we bepaald gedrag niet meer ‘positief’ beoordelen en daardoor beschermingsmechanismen in gedrag kunnen herkennen. Zoals ‘zelfverzekerd’ gedrag, dat er meestal is om de onzekerheid te verbergen bijvoorbeeld. Of een kind dat altijd ‘netjes’ luistert naar de juf, omdat dat veiliger is zodat je dan niets fout kunt doen en afgewezen kunt worden. Of hard werken, dat vaak een overprestatie is om te bewijzen dat je wel goed genoeg bent. Dit gedrag is in intentie niet anders dan naar de fles grijpen. Als gedrag uit angst en overleving voortkomt, is het vrijwel nooit bewust gekozen.

*de neurobiologische kennis is versimpeld gesteld om de manifestatie duidelijk te maken

Gerelateerde posts